Politiereglement betreffende de Gemeentelijke Administratieve Sancties van 18/12/2007, gewijzigd bij gemeentelijk politiereglement van 24 juni 2008.
Volgende artikels zijn van toepassing in verband met honden:
Deel 3 OPENBARE VEILIGHEID EN VLOTTE DOORGANG.
Afdeling 3.20 Dieren
Artikel 42 Honden
Honden dienen steeds aan de leiband gehouden te worden. Deze laatste verplichting geldt niet voor honden tijdens de jacht, die een kudde begeleiden, die voor reddingsoperaties ingezet worden of voor politiehonden.
Elke houder van een hond dient passende maatregelen te nemen om te beletten dat de hond zou ontsnappen van een privaat erf naar een ander privaat erf, naar een openbare plaats of naar een openbare weg.
Kwaadaardige, agressieve of gevaarlijke honden moeten gemuilkorfd worden door de begeleider, zodra ze op de openbare weg of op openbare plaatsen komen. Dit geldt niet voor honden van politiediensten en erkende bewakingsfirma's.
De toegang met honden is verboden tot openbare gebouwen, begraafplaatsen, gemeentelijke sporthallen, sportterreinen en zwembaden. Dit met uitzondering van visueel gehandicapten (blinden) of mindervaliden met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsfirma's met hun honden alsook personen belast met het africhten van geleidehonden bestemd voor visueel gehandicapten (blinden) of andere mindervaliden en die daartoe een attest kunnen voorleggen.
Het is verboden zich met een hond zelfs aan de lijn, te begeven op plaatsen aangeduid door een rond bord met rode rand waarop in zwarte kleur het profiel van een hond staat. De burgemeester kan tevens plaatsen en tijdstippen aanduiden waar het tijdelijk verboden is zich met een hond, zelfs aan de lijn, te bevinden.
Deel 4. OPENBARE REINHEID.
Afdeling 4.4 Hondenpoep
Artikel 49
De eigenaar of begeleider, die zich met een hond op de openbare weg of openbare ruimte bevindt, is verplicht steeds in het bezit te zijn van voldoende zakjes om de uitwerpselen in te bergen.
Het zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen moet op het eerste verzoek van de politie getoond worden.
Het is de eigenaar of begeleider van een hond verboden het dier zich op de openbare weg of op aanpalende terreinen, van zijn uitwerpselen te laten ontdoen. Indien de hond zich toch op deze plaatsen ontlast, is de eigenaar of begeleider verplicht de uitwerpselen onmiddellijk te verwijderen, in welk geval de overtreding niet sanctioneerbaar is.
Wanneer de eigenaar of begeleider van de hond weigert de uitwerpselen op de ruimen, mag de bevoegde ambtenaar de nodige maatregelen nemen om de uitwerpselen te laten opruimen op kosten en risico van de eigenaar of de begeleider.
Uitzondering aan deze verplichting wordt gemaakt voor blinden met geleidehond of andere personen met een handicap die zelf fysisch niet in staat zijn om de uitwerpselen te verwijderen. |